‘Figaro desire machine’: als je een beetje thuis bent in de kunst van de laatste honderd jaar, is de ‘Vrijgezellenmachine’ van Marcel Duchamps, het eerste waar je bij die naam aan denkt. Als je bovendien toevallig nog een sikkepit van opera weet, denk je ook meteen aan de beroemde komische opera van Mozart ‘Le Nozze de Figaro’.
In het ‘grote glas’ (1923) van Marcel Duchamps dansen abstracte vrijgezellen een ingewikkelde metaforische dans rond een even abstracte bruid. Deleuze en Guattari hebben het in ‘Anti-Oedipous’ (1972) als ze spreken over de verlangensmachine “over waarnemende oppervlakken en lichamen zonder organen”. Desire, het verlangen gaat in de wereld die zij waarnemen niet meer over de aantrekking van twee lichamen maar over de onderwerping daarvan aan de materialistische wereld van het kapitaal. En aan de even zinsbegoochelende wereld van elektronische signaal doorgevers zou je met hindsight kunnen zeggen.
De hier boven genoemde ‘Anti-Oedipous’ komt niet uit de lucht vallen: het is een van de inspiratiebronnen van Vlaming Joachim Robbrecht van productiehuis Rotterdam. Is hij er in navolging van Duchamp en Deleuze en Guattari op uit de begeerte in de vorm van de op Suzanna verliefde Figaro en diens mededinger in de liefde graaf Almaviva van hun lichamen te ontdoen? Mogen ze alleen nog begeren, alleen nog waarnemen zonder aan te raken, te consumeren?
Robbrechts zegt dat hij een opera van 226 oud, naar het heden van 2012 wilde transponeren . Voor hem is de opera een pleidooi voor de kracht van de liefde waar de geest van de studentenopstanden van mei 1968 in terug te vinden is. De oerversie van Beaumarchais uit 1781 werd vanwege het subversief potentieel, direct bij verschijnen door Lodewijk de zestiende verboden. Het heden met zijn kapitaalscrisissen en politieke polarisaties, is in de ogen van Robbrechts een tijd van op zijn minst pre-revolutie. Net als Deleuze verbindt hij `desire’ het verlangen, met de krachten van het geld. Daartegen stelt hij de kracht van de liefde vooral dus belichaamt in liefde die grenzen opzoekt en overschrijdt.
Het verhaal van Beaumarchais verontrustte de toenmalige bewakers van de sociale orde in ernstige mate. Als die verontrusting het doel van Beaumarchais was, lijkt Robbrechts dat streven te onderschrijven. Maar elke tijd heeft zijn eigen dichters nodig: tegen het tevens romantisch-komische verhaal van Beaumarchais en Mozart in, laat Robbrechts niet de monogame Figaro, maar juist de hedonistisch ingestelde graaf Almaviva de grenzen verkennen van wat liefde in tijden van revolutie vermag.
Figaro’s bruiloft anno 2012, naar Robbrechts, krijgt behalve door acteurs, Janneke Remmers, Louis van der Waal, Rick Paul van Mulligen, danseres (Amaranta Velarde González) en operazanger (Bora Balci), gestalte in video (Tijmen Hauer) en de muziekcompositie van Willem Bakker waarin popmuziek van zanger Robert Kelly en Christina Aquilera is opgenomen.
‘Le nozze di Figaro’ is een opera naar een toneelstuk waarover Napoleon gezegd zou hebben “C’est déjà la révolution en action” (Dit is reeds de revolutie in de praktijk). Behalve de ernst van die revolutie en van de ‘Anti-Oedipus’ blijft ‘Figaro desire machine’ ook wat Figaro het toneelstuk en de opera waren: een komedie. Maar nu dus een komedie anno 2012. Post- Duchamp, post-Deleuze, misschien ook post-Aquilera, een ‘desire machine’. “Een grote bol van plezier” noemt Robbrechts het zelf.