< EXOOT - Tropical Healing
Kolonialisme als fatale liefdesgeschiedenis
Theaterkrant, Marijn Lems, 24/03/2017

Galerie Vriend Van Bavink aan de Geldersekade in Amsterdam is tijdelijk omgebouwd tot een exotische jungle, waarin tropenartefacten de boventoon voeren. De expositie van Jan Brokof vormt het decor voor de postkolonialistische performance EXOOT – Tropical Healing van Joachim Robbrecht en De Warme Winkel, waarin de eerste ontmoeting tussen Europa en (Zuid-)Amerika als fatale liefdesgeschiedenis wordt voorgesteld.

Zwaargewond strompelt Ward Weemhoff de scène op. Hij probeert zijn buikwond nog gesloten te houden, maar tevergeefs: zijn ingewanden kletteren op de grond. Ten einde raad probeert hij het vege lijf te redden door zijn darmen weer op te eten, een tergend langzaam, hilarisch én misselijkmakend proces dat al zijn wilskracht vergt.

Met deze combinatie van slapstick en body horror introduceert regisseur Joachim Robbrecht het centrale thema van EXOOT – Tropical Healing: antropofagie, oftewel kannibalisme. Robbrecht gebruikt het als metafoor voor culturele assimilatie en zet zo een intelligent spel in werking over exotisme, imperialisme, culturele identiteit en globalisering.

Zoals eerdere voorstellingen van De Warme Winkel is EXOOT een mengeling van live cinema en performance. Via de filmscènes vertelt Robbrecht de geschiedenis van de ontmoeting tussen Europa en Brazilië – in de overdreven stijl van Braziliaanse telenovelas wordt een destructieve romance getoond tussen ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci (Weemhoff) en de belichaming van Brazilië (gespeeld door de Braziliaanse actrice Mariana Senne dos Santos). Het is interessant hoe de makers het kolonialisme tot love story omvormen, maar de absurdistische speelstijl haalt de angel uit de metafoor.

Sowieso hebben Robbrecht en De Warme Winkel zich tot een overmaat aan ironie laten verleiden. Een boeiende dialoog tussen Weemhoff en Dos Santos over culturele identiteit en hoe deze door externe factoren wordt beïnvloed, wordt ondermijnd door de inzet van groot, zelfrelativerend spel. De subtiele tekens van politieke correctheid en latente vooroordelen in de tekst worden zodanig uitvergroot dat het de complexiteit volledig platslaat.

In de slotscène weten de makers het stijlmiddel echter wel op een inhoudelijk interessante wijze in te zetten. In een lange monoloog spreekt Weemhoff naar Dos Santos het verlangen uit naar iets ongerepts, naar een ‘witte plek op de kaart’ die nog niet door andere culturen is besmet. Terwijl hij vertelt, vervalt Weemhoff in steeds verschillende dialecten, die hij ietwat lacherig inzet. Het is briljant om postmoderne ironie en de postkoloniale identiteitscrisis zo aan elkaar te verbinden aangezien het ironie ontmaskert als een middel om een diepgezetelde existentiële angst te verbergen. Zo linkt Weemhoffs vertwijfeling aan een eerdere scène waarin hij door Dos Santos wordt voorbereid op zijn rituele verorbering; exotisme wordt zo neergezet als zelfkritiek, als wanhopige poging om aan de eigen verwaterde culturele identiteit te ontsnappen.

Het antwoord van Dos Santos is troostend. Zij ziet de culturele verwevenheid juist als kracht: ‘ik ben blij dat ik jou niet langer pijn kan doen zonder mezelf pijn te doen.’ Door in EXOOT – Tropical Healing op zo’n weerbarstige manier met de netelige kwestie van postkolonialisme om te gaan weten de makers van begin tot eind te boeien.